Je herkent het vast wel, je kind moet een spreekbeurt houden en als het moment daar is, klapt hij dicht. Of het maakt zich al druk voor een belangrijke gebeurtenis, nog voordat de dag is aangebroken.
Een beetje spanning is best oké en meestal zelfs nuttig. Het zorgt ervoor dat je meer alert bent en zet aan tot prestaties. Maar het kan ook teveel worden en dan werkt het juist tegen je.
Ik geef je graag wat informatie en tips hoe je zenuwen kunt voorkomen en je kind of leerling hier mee om te leren gaan.
Vaak hoor ik volwassenen aan een kind vragen: ‘Ben je al zenuwachtig?’
Bij de geboorte is een kind zich nog niet bewust van alles waarvoor hij spanning zou kunnen ervaren. Dit leert het in de loop van zijn leven en begint bij de basis; de opvoeding.
Als ouder leren wij onze kinderen wanneer het handig is om extra alert te zijn, welke situaties gevaarlijk zijn en waar je voor uit zou moeten kijken. En dat is goed. Soms leren we ze onbewust en goedbedoeld waarvoor ze spanning zouden kunnen ervaren, terwijl dit in die situatie niet noodzakelijk is. Het gebeurt helaas vrij vaak dat kinderen zenuwachtig gemaakt worden door de volwassenen in hun omgeving.
Alles wat je hoort, ziet ruikt, voelt en proeft wordt verwerkt in je brein. In de vraag ‘Ben je al zenuwachtig?’ wordt verondersteld dat je ergens zenuwachtig voor zou kunnen zijn. En dit is ook hoe je dit onbewust oppikt en je brein deze informatie verwerkt. Het kan je triggeren om zenuwachtig te worden, ook al was je het net nog niet.
Je zou als ouder, opvoeder of leerkracht in plaats van ‘Ben je al zenuwachtig, kunnen vragen: ‘Heb je er al zin in?’. Geef je kind positieve suggesties mee, zoals: ‘Jij gaat dit straks geweldig doen!’ Zorg voor een goede voorbereiding, laat je kind vertrouwen op zichzelf. Benoem de positieve kwaliteiten van hem of haar nog eens extra die het kan inzetten op dat moment. Bijvoorbeeld zijn humor, zelfvertrouwen of datgene wat hij zo goed kan.